Inzetten op de eerste duizend dagen is inzetten op een goede toekomst

Het prille ouderschap is niet altijd rozengeur en maneschijn. Eén vrouw op de vijf ervaart ernstige stress tijdens of net na de zwangerschap en dat kan gevolgen hebben voor het hele gezin. Maar vooral het kind is kwetsbaar. Bea Van Den Bergh van het Team Kennis doet al 40 jaar onderzoek naar de gevolgen van stress en angst bij moeders voor hun baby en kwam tot opmerkelijke vaststellingen. Met haar inzicht en kennis gaat ze aan slag om via het departement ouders zo goed mogelijk te ondersteunen.

 

Bea Van Den Bergh 

"De eerste duizend levensdagen – dat is de periode van de conceptie tot de tweede verjaardag – zijn heel bepalend voor het verdere leven"

Zwangerschap en geboorte zijn voor de moeder een periode van grote veranderingen, zowel fysiek als mentaal. Het hoeft volgens Van Den Bergh dan ook niet te verbazen dat vrouwen net dan een hogere kans hebben om stress en angst te ontwikkelen. “Moeders van wie de werksituatie bijvoorbeeld onzeker is, die kampen met relationele problemen of die net een overlijden te verwerken kregen, lopen nog meer risico. Socio-economische en situationele factoren zijn dus mee bepalend.”

Die stress die de moeder ervaart, heeft een rechtstreekse invloed op de ontwikkeling van de baby in de buik. “Als de moeder tijdens de zwangerschap veel en langdurig stress heeft, hebben we wetenschappelijk kunnen vaststellen dat het brein van het kind iets anders ontwikkelt en ook andere biologische processen minder optimaal verlopen. Dat heeft gevolgen zowel op korte als lange termijn. In de eerste levensjaren merken we dat die kinderen prikkelbaar zijn: ze huilen veel, slapen moeilijk in, eten moeilijk. We noemen dat regulatieproblemen”, legt Bea uit. “De effecten op lange termijn zien we pas jaren later. Zo kan de ontwikkeling van ADHD een gevolg zijn. Maar ook leerproblemen, depressie en een hogere stressgevoeligheid worden ermee in verband gebracht. Er kan van alles misgaan met ons stresssysteem. Ofwel reageert het te weinig, ofwel te veel. En beide situaties  zijn eigenlijk niet goed.”

Veerkracht verhogen

De afgelopen jaren is er veel aandacht besteed aan wat téveel stress doet. Maar minstens even belangrijk is hoe je ermee omgaat. Uit onderzoek blijkt dat als een moeder stress en angst goed opvangt, de negatieve gevolgen voor het kind beperkt blijven. “Na de geboorte zal de moeder de manier waarop ze omgaat met stress ook doorgeven aan haar kind”, zegt Van Den Bergh. Ze ijvert er dan ook voor om toekomstige en jonge ouders meer te ondersteunen. “We moeten hen veerkrachtiger maken zodat ze beter met veranderingen en tegenslagen kunnen omgaan. We kunnen hun zelfzorg stimuleren en ervoor zorgen dat ze met een realistisch beeld naar het ouderschap toeleven. Dat zijn maar enkele manieren om hun weerbaarheid te verhogen.”

Veerkracht verhogen bij moeders kan op verschillende manieren. Een daarvan is door de Centering Pregnancy methodiek. “Dat zijn groepsactiviteiten met vrouwen die allemaal ongeveer even ver zijn in hun zwangerschap. Die groep komt een aantal keer samen en krijgt informatie over de zwangerschap, de bevalling en wat er daarna staat te wachten”, vertelt Bea. “Maar het unieke aan Centering Pregnancy is de groepsdynamiek: alle vrouwen hebben hun eigen inbreng en ondersteunen elkaar. Die groepssessies hebben  dus een welomschreven methodiek en worden al in een aantal Huizen van het Kind gegeven.”

De Vlaamse overheid is ervan overtuigd dat er aandacht moet zijn voor de mentale gezondheid van jonge ouders en investeert daar ook in. Daarom werd het Vlaams Expertisenetwerk Perinatale Mentale Gezondheid opgericht, als onderdeel van het project Perinatale Mentale Gezondheid. Dat netwerk legt vanuit de praktijk de noden en wensen bloot rond mentale gezondheidszorg voor toekomstige en jonge gezinnen. “Het Vlaams Expertise netwerk Perinatale Mentale Gezondheid heeft, op vraag  van voormalig Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Wouter Beke, een rapport uitgeschreven met aanbevelingen tot Vlaamse visie en prioriteiten ter ondersteuning van Perinatale Mentale Gezondheid”, vertelt Bea. “Dit rapport vormt de basis voor de verdere uitwerking van een duurzaam Vlaams beleid ter ondersteuning van de mentale gezondheid van jonge gezinnen. Er zijn al heel wat stappen gezet maar we zien dat doorverwijzen nog niet altijd even vlot verloopt. Het is te versnipperd, er is geen algemeen overzicht. Zelfs mensen in de zorg weten niet goed wat er allemaal bestaat. Daarom is het belangrijk om het hele ondersteuningsnetwerk in kaart te brengen.” Van Den Bergh stelt voor om zorgtrajecten zo uit te bouwen dat elke zorgverlener vanaf de nulde tot de derde lijn mee is in het verhaal van een moeder: “Een zwangere vrouw heeft contact met de gynaecoloog en de huisarts, die in het beste geval doorheen de zwangerschap altijd dezelfde is, maar dat is niet altijd zo. Dan bevalt ze en heeft ze contact met de pediater. Door in te zetten op  zorgtrajecten  willen we ondermeer dat de kennis tussen de zorgverleners wordt doorgegeven zodat de vrouw niet altijd opnieuw haar verhaal moet doen”, licht Bea toe. “Er is heel wat werk ingekropen van veel mensen om scenario’s  voor zorgtrajecten op punt te stellen.”