Het departement ondersteunt verenigingen waar armen het woord nemen

Om de participatie van mensen in armoede aan het beleid te verzekeren, erkent en subsidieert Vlaanderen sinds 2009 verenigingen waar armen het woord nemen. In het voorjaar besliste de Vlaamse regering om hun aantal op te trekken van 52 tot 58. Begin december 2022 maakte minister Dalle bekend welke verenigingen een erkenning en bijhorende subsidiëring ontvangen. Frank Van den Branden, beleidscoördinator armoedebestrijding bij de afdeling Welzijn en Samenleving en Hilde de Nil, inspecteur-coach bij Zorginspectie, geven meer uitleg.

 

 Hilde de Nil en Frank Van den Branden

"We proberen niet alleen het dossier op te volgen, maar ook de verenigingen actief te ondersteunen vanuit onze rol"

Een belangrijke mijlpaal voor armoedebestrijding in Vlaanderen is het Vlaams Armoedebestrijdingsdecreet van 2003. In dit decreet staat participatie centraal. Om die participatie te bereiken, ging de Vlaamse overheid in 2009 over tot erkenning en subsidiëring van verenigingen waar armen het woord nemen. “Deze verenigingen hebben als hoofdopdracht om vanuit de ervaringen van mensen in armoede het beleid, het middenveld en de maatschappij te sensibiliseren rond armoede en hierover in dialoog te gaan”, legt Frank uit. “Het zijn organisaties waar mensen in armoede zelf centraal staan. Ze werken volgens 6 criteria: armen samenbrengen in groep, armen het woord geven, werken aan de maatschappelijke emancipatie van armen, werken aan maatschappelijke structuren, vormingsactiviteiten en de dialoog organiseren en armen blijven zoeken”, vertelt Frank.

Het aantal erkende verenigingen waar armen het woord nemen is ondertussen gegroeid tot 58. “Vanaf dit jaar zijn ook Compagnie & Co in Lommel, Uit het Niets in Vilvoorde, Kinderfonds De Tondeldoos in Dendermonde, Doucheflux in Anderlecht, Het Vonkje in Beringen, Jong Gent in Actie in Gent en VLOS in Sint-Niklaas erkend en ontvangen zij subsidies”, vertelt Frank. Om erkend en gesubsidieerd te worden, moeten de verenigingen aan enkele voorwaarden voldoen. Zorginspectie controleert of alles goed verloopt: “Wij stellen een aantal belangrijke vragen over de zogezegde voorwaardenscheppende thema’s”, legt Hilde uit. “Dat zijn zaken zoals personeel en infrastructuur, waarover er geen bepalingen staan in de regelgeving maar die er wel moeten zijn om de erkenningsvoorwaarden die wel in de regelgeving staan te kunnen garanderen. Daarnaast kijken we uiteraard of ze voldoen aan die zes criteria. Vooraleer een nieuwe vereniging wordt erkend en gesubsidieerd, wordt gekeken naar ons inspectieverslag en het dossier bij de afdeling Welzijn en Samenleving”, vertelt Hilde.

Op basis van de ervaringen en verhalen van de mensen in de verenigingen, werken de organisaties rond een bepaald beleidsthema. Daarin is de beleidsparticipatie van mensen in armoede zelf net heel belangrijk, benadrukt Frank meermaals. Hoewel de meeste maatregelen goed bedoeld zijn, hebben ze vaak toch niet altijd het juiste effect: “Dat heeft verschillende redenen. Dat kan uiteraard gaan over juridische aspecten of te weinig budget. Maar vaak heeft het te maken met het niet genoeg kennen van de oorzaken van armoede en de manier waarop mensen in armoede naar maatregelen kijken of welke drempels ze ervaren. Mensen die in armoede leven vinden het soms al eng om een brief te openen uit angst dat het weer een rekening zal zijn en dus wordt die brief dicht gelaten of weggegooid”, vertelt Frank. “Maar zoiets kan je alleen maar weten door met die mensen zélf in gesprek te gaan.” Ook Hilde wijst op de meerwaarde van een ervaringsdeskundige in huis te hebben: “Vaak nemen een professionele medewerker en een persoon in armoede samen in duo een thema op. Dan gaan ze bijvoorbeeld naar een school om te praten over leven in armoede of trekken ze naar de gemeente om een specifiek probleem aan te kaarten.”

Ondersteuning

Want armoede is meer dan een gebrek aan inkomen: het is tegelijk een uitsluiting op verschillende levensdomeinen. Een lage scholingsgraad, een laag inkomen, slechte huisvesting, gezondheidsproblemen en sociaal isolement komen vaak samen voor en versterken elkaar. In verenigingen waar armen het woord nemen, krijgen personen in armoede een stem. Letterlijk, want er worden heel wat creatieve oplossingen bedacht om mogelijk communicatieve problemen op te lossen: “Er is een duidelijk verband tussen armoede en migratieachtergrond. Niet iedereen in elke vereniging spreekt dezelfde taal. Er worden wel cursussen Nederlands gegeven maar je kan natuurlijk niet wachten met hun inbreng tot ze perfect Nederlands kunnen. Dan wordt er met pictogrammen gewerkt of met andere methodieken, stellingspellen of dergelijke. Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk mensen betrokken worden, dus dan moet je daar als vereniging creatief mee omgaan”, benadrukt Frank.

In hun werking kunnen de organisaties altijd rekenen op ondersteuning van het departement. Naast de dossieropvolging wordt er ook meer op werkbezoek gegaan om de verenigingen beter te leren kennen. “We willen niet de verre administratie in Brussel zijn, maar ook beschikbaar zijn voor vragen waar de verenigingen mee kampen. De voorbije jaren contacteerden we de verenigingen vaak alleen als er grote problemen waren. We merken nu wel dat positieve feedback krijgen ook wordt geapprecieerd door hen”, vertelt Frank. “De verenigingen steken heel veel tijd in die verslagen”, vult Hilde aan. “Ze vinden het dan ook fijn dat ze weten dat hun verslagen worden gelezen en dat hun werk gewaardeerd wordt.”