Wat?
Achtergestelde lening die wordt gecombineerd met financiering van één of meerdere andere financiers (kredietinstellingen, business angels lid van BAN Vlaanderen, investeringsfondsen, maar ook crowdfunding platformen) die een samenwerkingsovereenkomst met PMV hebben.

Modaliteiten

  • Wie?
    • KMO’s met een economische activiteit, maar ook vzw’s met een economische activiteit (en die voldoen aan de beperkingen van de KMO) komen ook in aanmerking
  • Welke investeringen?
    • beroepsmatige materiële, immateriële en financiële investeringen, met inbegrip van het bedrijfskapitaal
  • Bedrag:
    • max. 350.000 euro, beperkt tot bijkomende voorwaarden in functie van:
    • eigen inbreng (maximaal 4x eigen inbreng)
    • aandeel in de investeringsbehoefte (max. 50%)
    • aandeel van de cofinanciering in de investeringsbehoefte (min. 20%)
  • Looptijd:
    • 3 tot 10 jaar
  • Aflossingsmodaliteiten:
    • periode van vrijstelling van kapitaalaflossing voor 1 of 2 jaar
  • Kostprijs:
    • vaste intrestvoet voor de volledige looptijd
    • de intrestvoet is gelijk aan de IRS-rentevoet voor de betrokken looptijd, verhoogd met 0,53% (de dato 2018), met een minimum van 3%.

Contact:

E-mail: fo.pfv@pmv.eu
Tel.: 02 229 53 10
Website: PMV-kmo-cofinanciering

Veel voorkomende vragen:

Definitie eigen inbreng bij vzw’s: is dit het restbedrag dat niet via vreemd vermogen wordt gefinancierd?

Het investeringstotaal dient inderdaad voor minimaal 10% met eigen middelen gefinancierd te worden. Enkel definitief en onherroepelijk verworven subsidies kunnen deel uitmaken van de eigen inbreng.  VIPA-subsidies die zijn toegezegd via een VIPA-subsidiebelofte of principieel akkoord vallen hier ook onder. Toekomstige subsidies waarover (nog) geen zekerheid bestaat, kunnen geen deel uitmaken van de financiering van het investeringstotaal.

Cofinanciering:  moet de cofinanciering dezelfde looptijd hebben als de PMV-lening?

Neen, de cofinancier mag onbeperkt een langere looptijd hebben. Indien de looptijd van de cofinancier echter korter is, dan mag dit verschil niet meer dan 2 jaar zijn. Voorbeelden van mogelijke combinaties:

Derde-cofinancier 3 jaar – PMV- KMO-cofinanciering max op 5 jaar

Derde-cofinancier 10 jaar – PMV-KMO-cofinanciering 5 jaar

Bij 2 criteria wordt het eigen aandeel en de cofinanciering afgemeten ten opzichte van de globale investeringsbehoefte: hoe wordt die investeringsbehoefte afgebakend?

De investeringsbehoefte is het totaal aan benodigde investeringen om het project te kunnen realiseren, daar kan niet zomaar iets weggelaten worden. Het totaal zal bestaan uit zowel materiële, immateriële als bedrijfskapitaalbehoeften.

Cumulatie: met starterslening kan, maar ook met win-winlening?

De winwinlening mag altijd gecombineerd worden met een kmo-cofinanciering en wordt zelfs aanvaard als deel van de vereiste eigen inbreng.

De cumulatie tussen kmo-cofinanciering en de Startlening+ op hetzelfde ogenblik is enkel toegestaan indien de Startlening+ wordt afgesloten op naam van een natuurlijke persoon, die bij indiening van de aanvraag een geldig attest van de startlening voorlegt.

Het totale gevraagde bedrag KMO-cofinanciering en Startlening+ kan echter niet groter zijn dan 350.000 euro. De minimale eigen inspanning zal minstens 10% van het investeringstotaal dienen te bedragen en zal desgevallend opgesplitst worden tussen een deel eigen inspanning voor de KMO-cofinanciering en een deel eigen inspanning voor de Startlening+ ter bepaling van de maximale bedragen die als KMO-cofinanciering of Startlening+ kunnen ter beschikking gesteld worden.

Volgende sectoren komen in aanmerking voor deze financieringsvorm

Centra algemeen welzijnswerk  
Jongerenwelzijn  
Kinderdagverblijven x
Beschut wonen, wijkgezondheidscentrum, centra geestelijke gezondheidszorg  
Personen met een handicap x
Thuiszorg: lokale dienstencentra en dagverzorgingscentra  
Woonzorgcentra x
Ziekenhuizen x