Rapportering over medicatiebeleid in woonzorgcentra

Er zijn duidelijk nog verbeteringen nodig op het vlak van de registratie van toegediende medicatie. Dat blijkt uit een rapport van Zorginspectie dat de resultaten van opvolginspecties en klachtinspecties over het medicatiebeleid in woonzorgcentra bundelt. Dit rapport komt er op vraag van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits nadat bleek dat er in een woonzorgcentrum in Oostrozebeke een gerechtelijk onderzoek loopt naar mogelijke moord door toediening van insuline. Deze rapportering zal jaarlijks gepubliceerd worden.

“Het medicatiebeleid in woonzorgcentra is belangrijk voor de zorg van de bewoners. Het is essentieel dat medicatie op een correcte en veilige manier toegediend wordt. Uit dit rapport blijkt dat er toch nog verbeteringen nodig zijn op vlak van medicatiebeleid. De meeste woonzorgcentra hebben al stappen gezet rond medicatiebeleid en het medicatieproces heeft de afgelopen jaren ook professionalisering gekend door automatisering van het systeem enerzijds en versterkte samenwerking met apotheken anderzijds. Maar het proces verdient duidelijk nog meer aandacht. Om beter inzicht te geven, zal de rapportering voortaan jaarlijks gebeuren. Het geeft de woonzorgcentra meer inzicht in de implementatie en opvolging van het medicatiebeleid. Daarnaast biedt deze jaarlijkse rapportage beleidsinformatie waarmee we vanuit de Vlaamse overheid voorzieningen gericht kunnen responsabiliseren en ondersteunen.” Vervangend minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin - Benjamin Dalle.

Inspectie van de procedure

In een woonzorgcentrum nemen bewoners vaak meerdere geneesmiddelen gedurende een lange periode. Het volledige medicatieproces - aankoop, bewaring, verdeling … - wordt in de meeste gevallen van de bewoners overgenomen. Om de risico’s op fouten met de medicatie zo klein mogelijk te maken, moeten de woonzorgcentra voldoen aan een strenge procedure van 14 veiligheidschecks of registratieverplichtingen. Het gaat dan bijvoorbeeld over het registeren van de medicatie met de nodige details in het zorgdossier van de bewoner, registreren wanneer een medicijn (incl insuline) wordt toegediend en veiligheidsstappen in de bewaring van medicatie.

Het controleren van dit medicatieproces is één van de items die Zorginspectie nagaat tijdens haar opvolginspecties. Tijdens 262 periodieke opvolginspecties heeft Zorginspectie de 14 aspecten van het medicatiebeleid geïnspecteerd. Het gaat om inspecties die uitgevoerd zijn vanaf 1 oktober 2021 en waarvan de inspectieverslagen actief openbaar zijn sinds 1 maart 2022. Op basis van steekproeven zijn ook individuele zorgdossiers nagekeken. 

Een aantal resultaten:

  • Van alle 3.448 procedurestappen die Zorginspectie beoordeelde, waren er 2.212 keer of 64 % correct uitgevoerd, maar was er een tekort bij 1.236 of 36% procedurestappen.
  • 77% van de woonzorgcentra registreert het klaarzetten van de medicatie consequent.
  • 57% van de woonzorgcentra registreert ook consequent het toedienen van de medicatie.
  • Bij het toedienen van insuline bij bewoners met een variabel schema, registreert slechts 48% van de woonzorgcentra het aantal toegediende eenheden consequent.

Meer gedetailleerde cijfers en meer informatie over de gebruikte methodiek van Zorginspectie kan u lezen in het rapport.

De procedures die een woonzorgcentrum moet uitvoeren voor een veilig medicatiebeleid zijn gedetailleerd en streng.  Zorginspectie kijkt hier ook strikt op toe: zodra één afwijking vastgesteld wordt in een steekproef, bijvoorbeeld één verkeerde registratie of controle niet uitgevoerd, wordt een tekort genoteerd.

Deze resultaten tonen wel aan dat het vooropgestelde beleid van een voorziening niet altijd in de praktijk wordt omgezet. De steekproeven van de individuele zorgdossiers die opgenomen zijn in het inspectieverslag geven een inzicht voor het management of alle stappen van het medicatieproces effectief geïmplementeerd worden en vormen zo een hulpmiddel in hun kwaliteitsbeleid.

“Deze resultaten moeten alle stakeholders uitdagen om extra in te zetten op het kwaliteitsbeleid – inclusief het medicatiebeleid – van de woonzorgcentra en in dialoog te treden”, aldus Karine Moykens, secretaris-generaal van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. “Een duidelijke en gedragen visie zal zorgen voor een hoger en gelijkvormiger kwaliteitsniveau binnen de Vlaamse woonzorgcentra.”

Opvolging van de inspecties

De inspectieverslagen van Zorginspectie worden zowel naar de voorziening als naar het agentschap Zorg en Gezondheid gestuurd. Zorg en Gezondheid volgt op of de voorziening daadwerkelijk stappen zet om de vastgestelde tekorten op te lossen.

Zorg en Gezondheid vraagt daarvoor een remediëringsplan op aan het woonzorgcentrum. Daarin moet het woonzorgcentrum uitleggen welke stappen het genomen heeft of nog gaat nemen om de tekorten op te lossen. In opvolging van de 262 inspecties waarover Zorginspectie rapporteert, heeft Zorg en Gezondheid al 166 remediëringsplannen ontvangen van de voorzieningen. Voor de meeste andere inspecties lopen de termijnen nog om een remediëring in te dienen. Slecht bij 8 van de inspectieverslagen werd er geen remediëringsplan ontvangen. 

De uitvoering van het plan wordt nagegaan door Zorg en Gezondheid. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door bijkomende bewijsstukken op te vragen of door een nieuwe inspectie die de uitvoering van het plan zal nagaan. Voor dat laatste gaf Zorg en Gezondheid voorlopig  11 keer de opdracht aan Zorginspectie om de uitvoering te controleren.

In de meest risicovolle situaties wordt uiteraard meteen ingegrepen. Zorg en Gezondheid staat in permanent overleg met Zorginspectie om bij vaststelling of vermoedens van grotere risico’s snel te kunnen optreden.

Bij zes van de inspecties ging Zorg en Gezondheid meteen na ontvangst van het inspectieverslag over tot het aanmanen van de voorziening. Een aanmaning betekent dat een woonzorgcentrum onder verhoogd toezicht komt te staan, met meer frequente inspecties als gevolg. Het is ook een laatste waarschuwing voor een woonzorgcentrum geschorst of gesloten wordt. Een zevende woonzorgcentrum werd nog aangemaand nadat de remediëring onvoldoende bleek. Bij drie voorzieningen werden beschermende maatregelen opgelegd. Twee voorzieningen werden geschorst en één voorziening heeft haar werking vrijwillig stopgezet.

Dirk Dewolf, administrateur-generaal van Zorg en Gezondheid: “Een tekort op één van de stappen in het medicatieproces betekent nog niet dat het woonzorgcentrum een gevaarlijk medicatiebeleid heeft en we meteen moeten ingrijpen. Maar elke inspectie moet voor een woonzorgcentrum wel een gelegenheid zijn om na te gaan waar ze zorgvuldiger kunnen zijn en voor welke veiligheidsstappen ze meer oog moeten hebben. Door hen een remediëringsplan op te leggen, verplichten we hen die oefening telkens te maken. Daarnaast evalueren we continu met Zorginspectie in welke woonzorgcentra er potentieel grotere veiligheidsrisico’s zijn, om daar met beschermende maatregelen, aanmaningen en de dreiging van schorsingen of sluitingen verbetering af te dwingen of de werking stop te zetten.”

Belang van medicatiebeleid

De woonzorgcentra hebben een belangrijke verantwoordelijkheid om het medicatiebeleid binnen hun voorziening op te volgen. Inzetten op het kwaliteitsbeleid draagt bij tot verdere professionalisering. We zien hierbij een belangrijke rol voor de CRA (coördinerend en adviserend arts) om het medicatiebeleid en bij uitbreiding het zorgbeleid in de woonzorgcentra te versterken. Het Woonzorgdecreet voorziet ook de mogelijkheid te werken met een CAA (coördinerend adviserend apotheker). Daarover loopt momenteel het pilootproject coördinerend en adviserend apotheker in woonzorgcentra. Zowel de CRA als de CAA zijn belangrijke partners voor de directie in een woonzorgcentra, ze vormen een team in de opvolging van het medicatiebeleid.

Naar aanleiding van de gebeurtenissen in Oostrozebeke organiseerden verschillende (onder meer VVSG en Zorgnet-Icuro) koepelorganisaties webinars rond medicatiebeleid, met honderden deelnemers.

Daarnaast is er ook de 'Procesbegeleiding Zorg en Welzijn' vanuit het Vlaams Instituut Gezond Leven. Dat project zet in op procesbegeleiders die in woonzorgcentra onderbouwde preventiemethodieken aanreiken, onder andere rond het gebruik van psychofarmaca. Het project is intussen verlengd tot 31 december 2028.

Op die manier zijn verschillende instrumenten ter beschikking voor een verbetering van het medicatiebeleid in de woonzorgcentra.

Lees het volledige rapport. 

Categorie: 
Persberichten - Zorginspectie
Trefwoorden: 
Beleidsrapporten-zi