De regelgeving voorziet dat de AMA-begeleider de AMA-deelnemer jaarlijks evalueert, in dialoog met de instanties die toelating geven aan de persoon om AMA te verrichten. Er is geen vorm vastgelegd over hoe deze evaluatie er moet uitzien. De “dialoog”, betekent dus niet automatisch dat de uitkeringsinstantie op een formeel overlegmoment aanwezig moet zijn, maar wel dat indien nodig verder afgestemd wordt.

De evaluatie is enerzijds een moment waarbij de begeleider nagaat of de toestemming voor AMA er nog steeds is en of alles goed loopt voor de deelnemer (het aantal uren dat men AMA verricht, de werkpost waar men staat, ...). Wil men bv. het aantal AMA-uren uitbreiden, dan is de kans groot dat er een nieuwe toestemming gevraagd moet worden aan de uitkeringsinstantie.

De evaluatie is er anderzijds ook om na te gaan of de persoon ondertussen misschien de sprong naar betaalde tewerkstelling kan zetten. De AMA-begeleider zou bv. kunnen inschatten dat de deelnemer zo geëvolueerd is dat hij naar betaalde arbeid, met of zonder ondersteuning, kan doorstromen. Gezien het vaak niet de AMA-begeleider zal zijn die hierover kan beslissen, zal dit verder bekeken moeten worden met de uitkeringsinstantie.

Heeft de uitkeringsinstantie bv. ineens toestemming gegeven voor een periode van twee jaar, dan hoeft de AMA-begeleider tussendoor niet nog eens opnieuw afstemmen met de uitkeringsinstantie.