Omdat het een meerwaarde heeft
Een weloverwogen kunstopdracht kan een immateriële meerwaarde toevoegen aan de gebouwen en bijdragen tot het creëren van een ‘healing environment’. Creativiteit bij het ontwerpen en uitbouwen van verzorgingsvoorzieningen kan de levenskwaliteit verhogen van eenieder die op een bepaald moment in zijn leven zorg nodig heeft.

Een overzicht van de kunstprojecten vindt u via deze link.

Omdat het verplicht is

De realisatie van kunst in door de Vlaamse overheid gesubsidieerde gebouwen is een decretale verplichting sinds 1986.  Op 1 maart 2019 actualiseerde de Vlaamse Regering dit decreet met het decreet houdende de realisatie van kunstopdrachten voor gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest behoren. Het decreet van 23 december 1986 wordt opgeheven (art.8). 

De actualisering van de decreten wijzigt niets aan de basisdoelstel­ling om cultuur en kunst in te schrijven in een bredere maatschappelijke context. Het is net de wisselwerking tussen de intrinsieke waarde van kunst en de impact van kunst op zijn omgeving die zorgen voor een verrijking van de openbare ruimte en een emancipatorisch effect bij de burger. Bij elke kunstopdracht die vanuit de decreten wordt gerealiseerd, worden immers actoren betrokken die doorgaans niet in contact komen met hedendaagse kunst zoals die wordt gepresenteerd in een museale context. 

Voor welke gesubsidieerde bouwwerken geldt dit decreet?

  • bouwwerken waarvoor een aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend vanaf 29 maart 2019 (art.9); 
  • zowel gebouwen van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest (art.1);
  • wél van toepassing op de klassieke betoelaging en het strategisch forfait (ziekenhuizen)

Voor welke gesubsidieerde bouwwerken geldt dit decreet niet?

  • als de kostprijs wordt verrekend aan de gebruiker (infrastructuurforfait voorzieningen ouderen en personen met handicap)
  • voor de bouwkosten t.e.m. 500.000 euro
  • wanneer het gebouw alleen toegankelijk is voor overheidspersoneel of een louter privatief gebruik kent
  • wanneer de subsidie minder dan 30% van de bouwkost dekt.

Hoe wordt het bedrag te besteden aan kunstopdrachten berekend op?

  • kosten van uitrusting en meubilair niet mee te rekenen
  • bij aankoop met verbouwing wordt enkel de verbouwing als bouwkost meegerekend

Wat is er gewijzigd in het nieuwe decreet?

  1. Een aantal termen en begrippen in de bestaande decreten werden de voor­bije jaren verschillend geïnterpreteerd of dreigen voor de toekomst het decreet uit te hollen en leidden tot een ongelijkmatige toepassing van het decreet. Het betreft duiding bij :
  • draagwijdte van ‘verbouwing’ (art. 3);
  • graad van publieke toe­gankelijkheid van gebouwen (art.3 §1);
  • aanpassing van de terminologie (art.2);
  • hoogte minimumdrempel en toekomstgerichte herformulering van scope van publieke opdrachtgevers (art.3 §1);  
  1. een actualisering van de percen­tages en de gedateerde bedragen (art.3 §1);  
  • 1,5% op schijf <= 1.000.000 euro
  • 1% op schijf tussen 1.000.000 en 3.000.000 euro
  • 0,5% op schijf tussen 3.000.000 en 100.000.000 euro
  • 0,25% op schijf > 100.000.000 euro
  1. maakt breed spectrum van kunstvormen uit professionele hedendaagse en evoluerende kunstpraktijk mogelijk (art. 2);  
  2. gaat in op nood bij opdrachtgevers om meer flexibi­liteit in te bouwen voor de inzet van kunst en middelen in hun patrimonium (art. 4);  
  3. betere begeleiding van Kunst in Opdracht en behoefte aan professioneel werkkader dat zowel opdracht­gevers, ontwerpers, deskundigen als kunstenaars helderheid biedt in de materie Kunst in Opdracht (art. 5 en 6).