Minister Crevits drukt extra energiekosten in de zorg.

Dit jaar bereikte de energiefactuur recordhoogtes. Zo steeg de gas- en elektriciteitsprijs soms met honderden euro’s per maand. Die hoge energiekosten hebben ook een impact op onze welzijns- en zorgvoorzieningen. Om te vermijden dat zij hun gestegen energiekosten nog meer zouden moeten doorrekenen aan bewoners of zorgvragers, maakt Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits nog dit jaar 69,2 miljoen euro vrij. Deze middelen worden verdeeld onder de residentiële en niet-residentiële voorziening-en binnen de verschillende sectoren van het beleidsdomein welzijn. Daarnaast zullen er ook in 2023 inspanningen geleverd worden om de extra energiekosten op te vangen.

“De energieprijzen braken dit jaar record na record en ook welzijnsvoorzieningen
kregen het daarbij steeds lastiger om hun energiefactuur te betalen. Om absoluut te vermijden dat de extra energiekosten nog meer zouden worden doorgerekend aan bijvoorbeeld bewoners van woonzorgcentra of ouders van kinderen in de kinderopvang, maken we nog in 2022 69,2 miljoen euro vrij. Zo verlichten we de energiekosten voor de voorzieningen en besparen we zorgvragers een duurdere dienstverlening.”
– Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits  

De grootste hap uit het budget gaat naar de residentiële voorzieningen, zoals woonzorgcentra, jeugdhulp- en VAPH voorzieningen, …. Zij worden extra geconfronteerd met de gestegen energiekost, aangezien zij dag en nacht zorg en warmte bieden aan hun bewoners. Veel residentiële voorzieningen rekenen een dagprijs of woon- en leefkost aan, maar die blijkt nu onvoldoende te zijn om de energiekosten te dekken. Daarom krijgen woonzorgcentra en woonvoorzieningen voor mensen met een handicap een extra subsidie van 364 euro per plaats, bovenop de eigen bijdrage van de bewoner. In totaal wordt daar 36,5 miljoen euro voor uitgetrokken. Voor de residentiële jeugdhulp wordt het dubbele bedrag voorzien: 728 euro per plaats/VTE. Daar bedraagt de totale subsidie 6,2 miljoen euro.

Kinderopvang

Verder is ook een aangename temperatuur voor de jongste kinderen belangrijk. Daarom wordt er dus bijna 15,7 miljoen euro uitgetrokken voor de energievergoeding aan kinderopvanginitiatieven (groepsopvang en onthaalouders). Hierbij wordt er een onderscheid gemaakt tussen kinderopvang en buitenschoolse opvang. Een initiatief in de kinderopvang voor baby’s en peuters mag rekenen op een subsidie van 120 euro per erkende opvangplaats. Dat houdt bijvoorbeeld in dat er voor een onthaalouder met 8 vergunde plaatsen in een tussenkomst van 960 euro voorzien wordt. Voor de buitenschoolse opvang wordt er 70 euro per erkende kleuteropvangplaats voorzien. In totaal gaat het bij de kinderopvangvoorzieningen om 12,3 miljoen euro en bij de buitenschoolse opvang om zo’n 3,4 miljoen euro.

Voor de niet-residentiële voorzieningen, waar ambulante hulp verleend wordt, wordt er een bedrag van 218 euro per aanwezige werknemer voorzien. Dit komt neer op een totaal budget van 5 miljoen euro. Het gaat dan bijvoorbeeld over voorzieningen in de geestelijke gezondheidszorg, de revalidatie of het welzijnswerk.

Tenslotte is er ook specifieke aandacht voor laagdrempelige ontmoetingsplaatsen. Dat zijn plekken waar ouderen of kinderen overdag samen komen of zorg krijgen. Zij kunnen rekenen op een totale subsidie van 3,5 miljoen euro. Ontmoetingsplaatsen voor kinderen en jongeren zijn bijvoorbeeld de OverKop-huizen of de Huizen van het Kind. Per huis wordt er een som van 1.500 euro toegekend.  Lokale dienstencentra krijgen dan weer 2.500 euro en ook dagcentra, waar ouderen overdag terecht kunnen voor zorg, worden extra ondersteund.

Meer info vindt u in de rubriek 'Tussenkomst energiekost'.

Categorie: 
VIPA - duurzaam bouwen - financiering