Het basisbedrag voor de berekening van de gebruikstoelage komt overeen met de investeringssubsidies zoals ze bepaald zijn in de VIPA-sectorbesluiten voor de 3 sectoren waarvoor de alternatieve financiering geldt. Het uiteindelijke bedrag aan gebruikstoelagen wordt bepaald door een vaste coëfficiënt toe te passen op het basisbedrag. De coëfficiënt houdt rekening met het 20e deel van het basisbedrag en met een vaste rentevoet.
Het basisbedrag en de coëfficiënt die van toepassing zijn voor een project, worden bepaald op de datum van het bevel van aanvang der werken of het plaatsen van de bestelling (alternatieve financiering) of op de datum van het definitieve principieel akkoord (PPS).
De coëfficiënt wordt jaarlijks door de Vlaamse minister in de loop van de maand december bepaald en wordt berekend op basis van de volgende formule:
R
Coëfficiënt AF = -------------------- met R = referentierentevoet
1 – 1
(--------------)
(1 + R)20
Coëfficiënt PPS = 95% van deze voor alternatieve financiering
De referentierentevoet wordt jaarlijks in december aangeleverd door het beleidsdomein Financiën en Begroting op basis van een 10-jarige OLO en stemt overeen met het rekenkundige gemiddelde van de noteringen tijdens de periode 1/09 tot en met 30/11, verhoogd met 15 basispunten.
Jaar | Referentie rentevoet | Coëfficient (rechtstreekse bijdrage) | Coëfficiënt (onrechtstreekse bijdrage) | Geldigheidstermijn |
2016 | 1,1022 | 5,5987 | 5,3188 | 1/01/2016 - 12/2016 |
2015 | 1,3953 | 5,7646 | 5,4764 | 24/12/2014 - 12/2015 |
2014 | 2,8033 | 6,5999 | 6,2699 | 24/12/2013 - 12/2014 |
2013 | 2,6044 | 6,4781 | 6,1542 | 24/12/2012 - 12/2013 |
2012 | 4,4540 | 7,657 | 7,27415 | 23/12/2011 - 12/2012 |
2011 | 3,4286 | 6,9907 | - | 24/12/2010 - 12/2011 |
2010 | 3,9267 | 7,3105 | - | 24/12/2009 - 12/2010 |
2009 | 4,6227 | 7,7696 | - | 24/12/2008 - 12/2009 |
2008 | 4,5506 | 7,7214 | - | 21/12/2007 - 12/2008 |
2007 | 3,9447 | 7,3222 | - | 01/11/2006 - 12/2007 |
De regelgeving hieromtrent vindt u in de Vlaamse Codex.