Vanaf mei 2017 vonden inspecties over vrijheidsbeperkende maatregelen plaats in een aantal voorzieningen in de jeugdhulp. De afdelingen van de gemeenschapsinstellingen en het Vlaams detentiecentrum Tongeren werden bezocht in de periode van oktober tot december 2017. Deze plaatsbezoeken gaven input voor een globaal beleidsrapport.

Doelen van deze inspectie

De doelstellingen van deze bezoeken waren:

  • zicht krijgen op een belangrijk deelaspect van de kwaliteit van zorg
  • knelpunten kennen en objectiveren
  • de sector ondersteunen in zijn verbeterbeleid
  • het aantal vrijheidsbeperkende maatregelen doen dalen tot een strikt minimum
  • rapporteren aan de sector over de stand van zaken
  • rapporteren aan de burgers
  • input geven voor de opmaak van een referentiekader over het onderwerp vrijheidsbeperkende maatregelen in de bijzondere jeugdzorg
  • input geven voor de opmaak van een sectoroverschrijdend referentiekader over dit onderwerp

Hoe verliep de inspectie?

In de aanloop van de plaatsbezoeken was er een toelichting aan de betrokken organisaties op 30 maart 2017. De plaatsbezoeken gebeurden onaangekondigd om zo een beter zicht krijgen op de dagelijks geleverde zorg.

De inspecteurs waren erg flexibel om het onaangekondigd bezoek zo vlot mogelijk te laten verlopen. Belangrijk daarbij was dat er zo min mogelijke hinder was voor de werking van de afdelingen en dat de zorg niet in het gedrang kwam. Er was een overzicht van de documenten die men kon klaar leggen beschikbaar.

De vaststellingen werden gebaseerd op:

  • gesprekken met medewerkers
  • gesprekken met jongeren
  • inzage in jongerendossiers
  • controle van procedures
  • nazicht van cijfergegevens en vergaderverslagen

Ter ondersteuning van de gesprekken met jongeren en medewerkers was er een infofolder voor medewerkers en voor jongeren.

De definities en uitgangspunten  die werden gehanteerd, zijn gebaseerd op regelgeving en (internationale) richtlijnen. .

Wat na de plaatsbezoeken?

De vaststellingen van de plaatsbezoeken werden verwerkt in een globaal beleidsrapport en als ontwerp bezorgd aan Opgroeien - Jeugdhulp. Hierdoor kon het agentschap reageren op onjuistheden in het rapport. Na de reactie(termijn) werd het rapport door Zorginspectie bekend gemaakt en gepubliceerd.