Wat zijn serviceflats en assistentiewoningen?

In een serviceflatgebouw (SFG) of groep van assistentiewoningen (GAW) huurt een oudere (65+) of een ouder koppel een individuele flat. Zo’n flat heeft minstens een leefruimte, keuken, slaapkamer, toilet en badkamer. De woning is aangepast en veilig zodat de bewoner zelfstandig kan wonen en leven: er zijn nauwelijks trappen, er is een oproepsysteem om hulp in te roepen… Bewoners kunnen gebruik maken van facultatief aangeboden diensten zoals poetshulp, thuiszorg, warme maaltijden of thuisverpleging.

Assistentiewoningen zijn de opvolgers van de serviceflatgebouwen en woningcomplexen met dienstverlening. Ook assistentiewoningen die vanuit de sociale huisvesting ter beschikking gesteld worden, kunnen worden erkend als GAW.
Alleen wanneer de gebouwen zijn gebouwd met het systeem BEVAK wordt de benaming serviceflats nog gebruikt. Zij verschillen met de groep van assistentiewoningen (GAW) onder andere op vlak van erkenning: een GAW heeft een erkenning van onbepaalde duur, een serviceflatgebouw heeft een erkenning van bepaalde duur.

Assistentiewoningen kunnen een erkenning aanvragen bij het Departement Zorg. Om een erkenning te krijgen moeten ze voldoen aan de erkenningsvoorwaarden.

Erkend zijn is echter geen verplichting. Een niet-erkende groep van assistentiewoningen heeft wel als verplichting zich aan te melden bij het Departement Zorg.

Wat inspecteren we?

Zorginspectie focust op wat de kwaliteit van de geboden zorg het meest beïnvloedt en baseert zich hiervoor op regelgeving, referentiekaders, eisenkaders, kwaliteitseisen… waaraan de organisatie zich moet houden.

U vindt hierover meer informatie bij het Departement Zorg. 

Hoe inspecteren we?

Zorginspectie kan erkende GAW inspecteren bij:

  • een nieuwe erkenningsaanvraag
  • een uitbreiding van de erkende capaciteit
  • een nieuwbouw
  • een overname
  • een klacht

Daarnaast gebeuren ook opvolgingsinspecties waarbij de algemene werking wordt nagekeken.

De inspectie wordt soms aangekondigd, soms onaangekondigd en neemt meestal een halve dag in beslag. De inspecteur spreekt tijdens de inspectie met directie, eventueel andere medewerkers en bewoners.

Tot nog toe ligt de nadruk van de inspectie op het aantonen van het normconform werken (erkenningsvoorwaarden en kwaliteitssysteem).

De actuele inspectie-instrumenten in het kader van dit toezicht zijn:

Wat leest u in het verslag?

De bevindingen van ieder inspectiebezoek staan in een inspectieverslag. Het doel van dit verslag is:

  • het weergeven van de vaststellingen en het oordeel of de organisatie voldoet aan de geïnspecteerde regelgeving
  • via dit verslag de organisatie schriftelijk op de hoogte brengen van de vaststellingen en het oordeel
  • rapporteren aan het de bevoegde entiteit van het Departement Zorg
  • informeren van andere betrokken lezers, onder andere burgers die verslagen in het kader van de openbaarheidswetgeving willen raadplegen

Zorginspectie moedigt de organisaties aan om met gebruikers open te communiceren over de vaststellingen.

Voor alle vragen over de inspecties in de groepen van assistentiewoningen kan u contact opnemen met contact.zorginspectie@vlaanderen.be.

Wat na de inspectie?

Na het inspectiebezoek ontvangt de organisatie het ontwerpverslag met de vaststellingen. Een inspectieverslag van Zorginspectie wordt pas definitief nadat de geïnspecteerde organisatie de kans gekregen heeft om te reageren op onjuistheden in het inspectieverslag. Op deze manier wil Zorginspectie ook de kwaliteit van de eigen verslaggeving opvolgen en verbeteren.

Het definitieve verslag en de (eventuele) reactie worden bezorgd aan het de bevoegde entiteit van het Departement Zorg. Dit departement staat in voor de verdere opvolging van de vaststellingen uit het inspectieverslag en beslist wat er met de erkenning gebeurt op basis van onder andere de vaststellingen van Zorginspectie en het eigen dossier.