Opstellen financieel plan

VIPA kan u begeleiden bij het opstellen van een financieel plan voor uw bouwdossier en kan aangeven waar u op moet letten. Dit plan kan u helpen om aan de nodige financiering voor uw project te komen zoals leningen of overheidssubsidies. Hieronder vindt u een sjabloon om een dergelijk financieel plan op te stellen en een handleiding met de nodige duiding.

Hieronder vindt u de handleiding voor het opstellen van een financieel plan om VIPA-subsidies te bekomen.
U kunt deze handleiding ook afdrukken:

Doelstelling handleiding

Een financieel plan beoogt de evaluatie van de financiële gezondheid van de aanvrager op basis van historische gegevens en toekomstprojecties.
Het financieel plan bestaat uit volgende elementen:

Historische Balans en Resultatenrekening

Dit omvat een analyse van de neergelegde jaarrekeningen van de laatste 3 boekjaren.
We onderscheiden volgende situaties:

  • in geval van een 1-op-1-relatie tussen voorziening en rechtspersoon volstaat de jaarrekening van de rechtspersoon, zoals neergelegd bij de NBB.
  • indien een rechtspersoon meerdere voorzieningen omvat, dienen de balans en resultatenrekening van de voorziening waarvoor een subsidieaanvraag wordt ingediend voorgelegd te worden.

De volgende financiële ratio’s worden beoordeeld ;

  • Liquiditeit: Korte termijn vorderingen/korte termijn schuld. De norm is dat deze minstens 1 moet zijn.
  • Solvabiliteit: Eigen vermogen/Vreemd vermogen. De norm is dat deze ratio minstens 0,3 moet zijn.

Bijkomende analyse
Verder wordt er ook aandacht besteed aan de correcte rapportering van de verschillende balans- en resultatenelementen, welke nodig zijn voor een correcte en volledige analyse. In de toelichting wordt hier dieper op ingegaan.

Meerjarenplan

Dit is een projectie van de opbrengsten en kosten voor een periode van minimum 5 jaar. De nadruk van de analyse ligt op de consistentie in de evolutie van de opbrengsten en kosten in functie van de geplande initiatieven. Het formaat is dit van een neergelegde resultatenrekening met extra aandacht voor de uitsplitsing van posten 73, lidgelden, legaten en subsidies, post 63, afschrijvingen en waardeverminderingen, en post 65, financiële kosten. Deze projecties worden gebruikt met het oog op een correcte inschatting van de cash flow en liquiditeiten .

Cashflow en Liquiditeitsplanning

De cashflow brengt toekomstige inkomende en uitgaande kasstromen in kaart, met als doel de kaspositie op de langere termijn te beoordelen en de mogelijkheid om aan financiële verplichtingen te voldoen. Het vertrekpunt is het resultaat volgens het meerjarenplan. Dit resultaat wordt gecorrigeerd voor niet-kaskosten en -opbrengsten, zoals afschrijvingen, waardeverminderingen en in het resultaat opgenomen kapitaalsubsidies. Kasstromen die niet zijn opgenomen in het resultaat (bijvoorbeeld een gebruikstoelage) worden aan het resultaat toegevoegd. Op deze manier krijgen we een uitgebreide cashflow, die we vergelijken met toekomstige kapitaalsaflossingen. De dekkingsgraad is de verhouding tussen de cashflow en de kapitaalsaflossingen. Het VIPA hanteert een norm van een dekkingsgraad van 1,2.

De liquiditeitsplanning brengt de toekomstige jaarlijkse kaspositie in kaart. Het vertrekpunt is de kaspositie volgens de laatst neergelegde balans. De kaspositie wordt berekend als de som van geldbeleggingen en liquide middelen, met aftrek van binnen het jaar vervallen financiële schulden. Bij de kaspositie worden de jaarlijkse kasstromen (zie hierboven), kapitaalsaflossingen, investeringsuitgaven en ontvangen financiering (subsidies, opgenomen leningsbedragen, enz.) opgeteld. Het resultaat is een jaarlijks geprojecteerde kaspositie. De norm is dat deze positief moet zijn gedurende de geprojecteerde tijdshorizon.

Kostprijs en financiering van het project

De kostprijs omvat de volledige kost van het project, inclusief BTW, erelonen, registratierechten, algemene kosten, …
De financiering omvat de oorsprong van de financiële middelen zoals bancaire leningen, andere leningen, schenkingen, subsidies, inbreng eigen middelen…

Verdere toelichting bij het maken van een financieel plan

Balans + Resultatenrekening

De jaarrekening (balans, resultatenrekening en toelichtingen) zoals neergelegd bij de Nationale Bank bevat mogelijk niet alle benodigde details voor een volledige analyse in het kader van subsidieadvies. Bovendien is elke organisatie en elk project uniek.

Het is daarom aan te raden dat de voorziening extra informatie verstrekt die aanvullend is op de standaard neerleggingsvereisten. We vragen de aanvrager om de nodige zorg te besteden aan de correctheid en volledigheid van de verschillende elementen, zodat we snel en volledig financieel advies kunnen geven.

Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de volledigheid van de volgende posten:

  • Post 736, het gedeelte van subsidies dat in resultaat genomen werd. Dit verwijst naar de afschrijvingen van ontvangen subsidies die geboekt zijn onder post 15 van het passief.

Meerjarenplan
Van groot belang is het correct en volledig identificeren van de elementen die een invloed hebben op de kasstromen.
De volgende posten vragen extra aandacht :

  • Post 73 ( Lidgelden, legaten en subsidies ) , zie supra post 736. Onderscheid dient worden gemaakt tussen lopende en toekomstige projecten
  • Post 650 (Financiële kosten): het intrestgedeelte van huidige en toekomstige leningen. Een correcte inschatting van de intrestlasten van het project zijn cruciaal voor de financiële beoordeling van het project.
  • Post 66/76 ( Uitzonderlijke kosten /opbrengsten) : vooral van belang wanneer financiering gebeurt door verkoop van activa. Hier dient enkel het verschil tussen verkoopprijs en boekwaarde te worden weergegeven.

Elementen waarmee rekening te houden bij inschatting van toekomstige kosten en opbrengsten.

  • Consistentie tussen werkingsopbrengsten en – kosten over de jaren heen. Beiden zouden op termijn met een gelijke tred moeten evolueren;
  • Verschil in timing tussen gemaakte kosten en gerelateerde opbrengsten bij uitbreiding van de activiteiten (vb.: bijkomende overheidstoelagen voor personeel worden later uitgekeerd dan de datum van indiensttreding);
  • Invloed van de inflatie/indexering op de kosten en opbrengsten;
  • Bijkomende kosten of accentverschuivingen bij uitbreiding activiteiten (verwarming, elektriciteit, onderhoud, verzekeringen, afschrijvingen, …)
  • Kostenbesparingen: wegvallen van huur, energiebesparingen, ...
  • Eenmalige kosten (verhuis, inrichting, enz. …)

Cashflow en liquiditeitsplanning

De uitgebreide cashflow is automatisch gelinkt met de resultatenrekening. De volgende kasstromen dienen apart te worden vermeld, aangezien deze niet tot uiting komen in de resultaten

  • Ontvangen gebruikstoelagen voor alternatieve financiering
  • Kapitaalsaflossingen van lopende en toekomstige investeringsprojecten

Bij de liquiditeitsplanning is het vertrekpunt de uitgebreide cashflow na aflossingen. Onder “Kasstromen investering” worden de bedragen voor zowel lopende als toekomstige investeringen gevraagd.

[\TOC]