Financiële gezondheid:

Financiële lasten van een lening: aflossing/intrest: hoe verwerken in het financieel plan?

Bij een aantal voorzieningen bemerken we dat de financiële lasten soms uitsluitend onder de intrestkosten worden geboekt. Het is echter de bedoeling dat de intresten en kapitaalaflossingen worden uitgesplitst. De kapitaalaflossingen dient afzonderlijk als uitgaande kasstroom te worden opgenomen.

Kapitaalsubsidies: hoe verwerken in het financieel plan?

In geval van een kapitaalsubsidie zal u die in resultaat nemen volgens het afschrijvingsritme van de gesubsidieerde activa. Hiervoor werden in het verleden adviezen bij de CBN (Commissie Boekhoudkundige Normen) en het ICCI gevraagd. Ook de koepelorganisaties van de welzijnssectoren hebben daarvoor adviezen uitgebracht.
 Voor klassieke subsidies geldt dat die bij ingebruikname voor het volledige bedrag op de 15-rekening worden ingeboekt en daarna stelselmatig in resultaat worden genomen à rato van de afschrijvingen van de gesubsidieerde activa .

Sinds 2016 zijn de alternatieve subsidies (voor principiële akkoorden voor 2014 voor de alternatieve sectoren personen met een handicap, woonzorgcentra en ziekenhuizen) onvoorwaardelijk. De betaalde gebruikstoelagen omvatten echter zowel een kapitaal- als intrestdeel. Het kapitaaldeel van alle toekomstige gebruikstoelagen kan steeds volledig onder de 15-rekening worden opgenomen, het intrestdeel wordt opgenomen à rato van de afschrijving van de onderliggende gesubsidieerde activa.
Voor de forfaitaire systemen geldt dat die forfaits niet op de balans worden ingeboekt (tenzij als korte termijnvordering), maar rechtstreeks naar analogie met de werkingssubsidies worden ingeboekt.

In geval van klassieke of alternatieve subsidies zal de boekhoudkundige in resultaatname opgenomen worden onder de 736-rekening (meerjarenplanning).

Kasmatig is de verwerking als volgt.

Voor de klassieke subsidies worden de ontvangen klassieke subsidies opgenomen onder “VIPA-subsidies (exclusief gebruikstoelagen”. Deze helpen de investering dus mee te financieren tijdens en kort na de bouwperiode.

Voor de (oude) alternatieve subsidies/gebruikstoelagen is er uitbetaling gedurende 20 jaar van
20 gelijke gebruikstoelagen.  Deze worden opgenomen onder  “gebruikstoelagen vroegere alternatieve projecten”.

 
Financieringsvormen:

PMV – Co-financiering:

Definitie eigen inbreng bij vzw’s: is dit het restbedrag dat niet via vreemd vermogen wordt gefinancierd?

Het investeringstotaal dient inderdaad voor minimaal 10% met eigen middelen gefinancierd te worden. Enkel definitief en onherroepelijk verworven subsidies kunnen deel uitmaken van de eigen inbreng. VIPA-subsidies die zijn toegezegd via een VIPA-subsidiebelofte of principieel akkoord vallen hier ook onder. Toekomstige subsidies waarover (nog) geen zekerheid bestaat, kunnen geen deel uitmaken van de financiering van het investeringstotaal.

Cofinanciering:  moet de cofinanciering dezelfde looptijd hebben als de PMV-lening?

Neen, de cofinancier mag onbeperkt een langere looptijd hebben. Indien de looptijd van de cofinancier echter korter is, dan mag dit verschil niet meer dan 2 jaar zijn. Voorbeelden van mogelijke combinaties:

  • Derde-cofinancier 3 jaar – PMV- KMO-cofinanciering max op 5 jaar
  • Derde-cofinancier 10 jaar – PMV-KMO-cofinanciering 5 jaar

Bij 2 criteria wordt het eigen aandeel en de cofinanciering afgemeten ten opzichte van de globale investeringsbehoefte: hoe wordt die investeringsbehoefte afgebakend?

De investeringsbehoefte is het totaal aan benodigde investeringen om het project te kunnen realiseren, daar kan niet zomaar iets weggelaten worden. Het totaal zal bestaan uit zowel materiële, immateriële als bedrijfskapitaalbehoeften.

Cumulatie: met starterslening kan, maar ook met win-winlening?

De winwinlening mag altijd gecombineerd worden met een kmo-cofinanciering en wordt zelfs aanvaard als deel van de vereiste eigen inbreng.

De cumulatie tussen kmo-cofinanciering en de Startlening+ op hetzelfde ogenblik is enkel toegestaan indien de Startlening+ wordt afgesloten op naam van een natuurlijke persoon, die bij indiening van de aanvraag een geldig attest van de startlening voorlegt.

Het totale gevraagde bedrag KMO-cofinanciering en Startlening+ kan echter niet groter zijn dan 350.000 euro. De minimale eigen inspanning zal minstens 10% van het investeringstotaal dienen te bedragen en zal desgevallend opgesplitst worden tussen een deel eigen inspanning voor de KMO-cofinanciering en een deel eigen inspanning voor de Startlening+ ter bepaling van de maximale bedragen die als KMO-cofinanciering of Startlening+ kunnen ter beschikking gesteld worden.


PMV – Win-Win-lening:

Kan vervroegde aflossing? Dat kan inderdaad: volgens decreet, artikel 4, §1, 2e lid kan vervroegde terugbetaling worden voorzien.

Voor iemand die op 5 jaar wil ontlenen, volstaat het dan een clausule van vervroegde terugbetaling na 5 jaar te voorzien in het contract? Het belastingsvoordeel wordt dan ook beperkt tot 5 jaar, maar geldt nog steeds het belastingkrediet van30%in geval van faillissement?

De facto kan de looptijd tussen 1 dag en 8 jaar schommelen indien bij de aanvraag via de website van PMV de mogelijkheid tot vervroegde terugbetaling wordt aangevinkt. Een bijkomende clausule betreffende een andere termijn dan 8 jaar gaat in tegen de vaste looptijd van 8 jaar en kan dus niet aanvaard worden. Er kan ook enkel een keuze gemaakt worden uit de 9 verschillende aflossingstabellen op 8 jaar.

Het belastingkrediet van 30 % op de verloren gegane hoofdsom is alleen mogelijk indien de vervroegde terugbetaling nog niet is uitgevoerd. De controle op de toekenning van het belastingkrediet behoort tot de bevoegdheid van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit.

Kan na 8 jaar opnieuw een win-winlening (bij dezelfde kredietgever) worden aangegaan? Of kan elke uitlener maar 1x een contract voorleggen voor het belastingsvoordeel?

Het aantal contracten per kredietgever is onbeperkt maar het jaarlijks belastingkrediet van 2,5 % kan niet berekend worden op een bedrag dat 50.000 euro overschrijdt.

In welke mate kan een cumulatie met PMV Cofinanciering, Startlening+?

Die cumulatie is onbeperkt en de Winwinlening komt zelfs in aanmerking als eigen inbreng voor de PMV-cofinanciering en Startlening+.


VIPA-waarborg:

Begunstigde: wie komt in aanmerking voor de waarborg?

De VIPA-waarborg is in hoofdzaak beperkt tot de sectoren van de klassieke subsidiëring. Binnen de alternatieve financiering geldt zij niet meer voor de ziekenhuizen. De forfaitgerechtigde woonzorgcentra en personen met een handicap kunnen evenmin een beroep doen op de waarborg. Binnen de oude alternatieve financiering kunnen enkel voor de woonzorgcentra en personen met een handicap bijkomende principiële akkoorden voor de waarborg worden verstrekt in geval van een bestaand principieel akkoord voor de subsidies.
Voor alle voorzieningen geldt dat de financiële gezondheid wordt getoetst. Als rechtspersoon dienen de cashflows de aflossingen niet alleen in voldoende mate te dekken, maar mag die dekking evenmin te hoog zijn. Indien een comfortabele financiële gezondheid, zal er geen waarborg worden verstrekt gezien die financiële gezondheid dient te volstaan om de lening te bekomen bij de bank. Dit wordt ook reeds vermeld in het financieel advies voor de subsidies.

Erfpacht of opstal versus eigenaarschap
Indien ik het gebouw betrek op een grond die ik in erfpacht houd, kan ik dan ook de waarborg bekomen?

De waarborg voor de lening van het gesubsidieerde gebouw kan door VIPA gewaarborgd worden, in zoverre VIPA steeds een hypothecaire volmacht kan vestigen of een hypothecaire inschrijving kan nemen op het gebouw én de grond. Het komt echter frequent voor dat de voorziening zelf geen grondeigenaar is en die ter beschikking gesteld wordt via een erfpacht-/opstalovereenkomst. Bij  vroegtijdige beëindiging van de erfpacht-/opstalovereenkomst komen de gebouwen via natrekking toe aan de grondeigenaar.  Een hypotheek op enkel het gebouw heeft geen enkele waarde, gezien de grondeigenaar de finale eigenaar wordt van het gebouw.

In geval van erfpacht of opstal, zijn er 2 opties. Ofwel zal de grondeigenaar mee toestemming verlenen in de hypothecaire volmacht. Ofwel wordt er in de erfpacht/opstalovereenkomst een vergoeding voorzien voor de waarde van de gebouwen die overgaan naar de grondeigenaar.