Het onderzoek van Curieuze Neuzen leert dat een slechte luchtkwaliteit op lokaal niveau zeer afhankelijk kan zijn. Een bewuste ruimtelijke inplanting en oriëntatie van de gebouwen en buitengebieden kunnen een impact hebben op de blootstelling aan vervuilde buitenlucht. Mogelijke remediërende maatregelen zijn:

  • Voorzie voldoende afstand (> 10 m) van de invoeropeningen voor verse lucht t.o.v. van vervuilende bronnen zoals autowegen, afvalopslagplaatsen, parkings, rookafvoeropeningen, ventilatiegroepen en adiabatische koelingsgroepen of -torens (1).
  • Voorzie een verkeersluwe zijde d.m.v. een doordachte inplanting van de gebouwen op de site.
  • Voorzie de buitenruimte afgeschermd van de buitenmilieubronnen (bijv. achter het gebouw, afgeschermd van de straatkant, achter een bomenrij of wand met klimop).
  • Voorzie intensief gebruikte lokalen of kwetsbare functies aan de verkeersluwe kant of op de hogere verdiepingen.
  • Heb je een campus? Vermijd de realisatie van streetcanyons. De brochure ‘Gezonde leefomgevingen: Focus op luchtkwaliteit’ van het departement Omgeving geeft u tips.
  • Een overzicht van planten en bomen die hun steentje bijdragen vindt u in de brochure ‘Gezonde leefomgevingen: Focus op luchtkwaliteit’ van het departement Omgeving.

(1) Adiabatische koelingsgroepen en -torens: technische installaties die een adiabatische koeling mogelijk maken. 'Adiabatische koeling' is een koeltechniek door water te verdampen.