U heeft misschien een Energieprestatiecertificaat (EPC) publiek voor uw zorg- of welzijnsgebouw? Dit zal stapsgewijs vervangen worden door een EPC niet-residentieel, afgekort als EPC NR.

• Uitgangspunten voor het EPC NR
• Wat is het EPC kNR?
• Stapsgewijze invoering
• Uithangplicht voor publieke gebouwen
• Veelgestelde vragen
• Het EPC (k)NR als gratis optie bij een energiescan

Uitgangspunten voor het EPC NR

Enkele belangrijke uitgangspunten voor het EPC NR zijn:  

• Het EPC NR wordt opgemaakt per gebouweenheid. Het Energiedecreet definieert dit als: ‘De kleinste eenheid binnen een gebouw dat zelfstandig kan functioneren en een eigen afsluitbare toegang heeft vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde circulatieruimte.’ Verdere duiding bij de bepaling van een gebouweenheid vindt u hier en voorbeelden zijn hier terug te vinden.  
• De hoofdbestemming van de gebouweenheid bepaalt het type EPC dat verplicht is. Alle gebouwen in de zorg- en welzijnssector worden beschouwd als niet residentiële gebouwen, ook de gebouwen voor (collectief) verblijf. Er zijn een aantal uitzonderingen:
  • Voor onthaalouders die opvang in hun eigen woning organiseren en waarbij de oppervlakte van de opvang kleiner is dan het woongedeelte, is de hoofdbestemming residentieel.
  • Niet erkende assistentiewoningen of serviceflats zijn residentiële eenheden.
  • Loodsen of opslagruimten op sites van bv ziekenhuizen. Deze gebouweenheden hebben een industriële hoofdbestemming.
• Niet-residentiële gebouweenheden in publieke gebouwen met een bruikbare vloeroppervlakte (BVO) < 250m² moeten niet voldoen aan de verplichting om over een EPC NR te beschikken, tenzij bij overdracht (overdracht in volle eigendom zoals aankoop of schenking, erfpacht, opstal en verhuur).
• Voor kleine niet-residentiele gebouweenheden is een aangepast traject mogelijk, het 'EPC voor kleine niet-residentiële gebouwen'.
• Publieke gebouwen hebben een voorbeeldfunctie.
  Wat is een publiek gebouw in de EPC regelgeving? Een publiek gebouw is een gebouw dat vaak door het publiek wordt bezocht omdat er een publieke organisatie in is gevestigd. Alle erkende of vergunde welzijns- of gezondheidsvoorzieningen zijn gedefinieerd als publieke organisaties en zijn dus werkzaam in een publieke gebouweenheid.
• Los van de invoering van het EPC NR geldt voor publieke gebouwen ≥ 250m² een uithangplicht van een EPC certificaat.
• Het is de eigenaar, erfpachter of opstalhouder die het EPC NR moet opmaken. De gebruiker van de publieke eenheid heeft dan weer een uithangplicht.

 Het EPC kNR

Om tegemoet te komen aan de specifieke eigenschappen van sommige kleine niet-residentiële gebouweenheden is een EPC kNR mogelijk. Een kleine niet-residentiële gebouweenheid voldoet aan elk van deze 3 voorwaarden:

1. Het heeft een niet-residentiële hoofdbestemming
2. De bruikbare vloeroppervlakte is maximaal 500 m²
3. Het maakt geen deel uit van een groot niet-residentieel geheel. Het aaneengesloten geheel van niet-residentiële gebouweenheden binnen hetzelfde gebouw heeft een bruikbare vloeroppervlakte die niet groter is dan 1000 m² en bevat geen niet-residentiële gebouweenheid die groter is dan 500 m².

Voldoet de gebouweenheid niet aan élk van deze voorwaarden, dan is het een grote niet-residentiële eenheid.

Voorbeelden:

• Een KDV van 350m² als alleenstaand gebouw => kNR is een optie.
• Een KDV van 350m² samen met een buitenschoolse opvang van 400m² => kNR is een optie.
• Een KDV van 350m² in een gebouw van een school van 1500m² => kNR is geen optie meer.

 Als uw gebouw(eenheid) voldoet aan de definitie van kNR, kunt u kiezen voor het pad EPC kNR of EPC NR met alle geldende verplichtingen en daarbij horende invoerdata.

Stapsgewijze invoering

Vanaf 1 januari 2023 moet het EPC NR verplicht opgemaakt worden bij een overdracht (overdracht in volle eigendom zoals aankoop of schenking, erfpacht, opstal en verhuur) van een niet-residentieel gebouw. De eigenaar, opstalhouder of erfpachter maakt dit op. De gebruiker heeft een uithangplicht, de eigenaar stelt daartoe (een kopie van) het opgemaakte EPC ter beschikking van de gebruiker.

Vanaf 1 januari 2024 volgt er een geleidelijke algemene verplichting, zodat op 1 januari 2026 elke grote niet residentiële gebouweenheid een EPC NR heeft. Het VEKA heeft een tijdslijn opgemaakt voor deze invoering. In grote lijnen zijn dit de stappen:

• Vanaf 1 januari 2024: grote niet-residentiële eenheden in publieke gebouwen en overheidsgebouwen moeten een EPC NR hebben.
  • Wat is groot? Alle gebouweenheden die niet voldoen aan de voorwaarden van een klein niet residentieel gebouw, worden als groot beschouwd.
• Vanaf 1 januari 2025: grote niet-residentiële gebouweenheden ≥ 1.000m² moeten een EPC NR hebben.
  • Niet-publieke zorggebouwen of gebouweenheden ≥ 1000m² vallen hieronder.
  • + kNR in publieke gebouwen (en ≥ 250m²) met EPC-publiek om te voldoen aan de uithangplicht
• Vanaf 1 januari 2026: elke grote niet-residentiële gebouweenheid < 1.000 m² moet een EPC NR hebben.

Vanaf 2028 zullen er voor publieke gebouwen en overheidsgebouwen ook minimale eisen gesteld worden aan het label op het EPC NR. Dat betekent niet enkel dat je een EPC NR of kNR moet hebben, maar dat je ook minimaal label E zal moeten behalen.

Uithangplicht voor publieke gebouwen

Let op, los van de stapsgewijze invoering van het EPC NR geldt voor publieke gebouweenheden met een bruikbare vloeroppervlakte (BVO) vanaf 250 m² een uithangplicht. Om aan deze uithangplicht te voldoen, kunnen kleine NR eenheden in publieke gebouwen nog tot 1/1/2025 gebruik maken van het EPC publiek. Nadien zullen zij ook een EPC voor niet-residentiële gebouwen (EPC NR of EPC kNR) moeten laten opmaken om aan de uithangplicht te voldoen. 

Veelgestelde vragen  

Heeft u nog vragen over uw specifiek gebouw en welk EPC u tegen wanneer nodig heeft?

Stel uw vraag aan veka@vlaanderen.be. U mag daarbij klimaat.vipa@vlaanderen.be in copy zetten, zodat we op de hoogte blijven van de vragen.

Enkele veelgestelde vragen zijn:

Het EPC (k)NR als gratis optie bij een energieaudit