Verluchten

Naast gecontroleerde ventilatie is het belangrijk om te kunnen inspelen op uitzonderlijke situaties die voor een verhoogde luchtvervuiling zorgen (bvb.: hogere bezetting van de ruimte dan standaard, schilderwerken, nieuwe meubelen, enz.). Kortstondig verhoogde luchtverversing voorzien (= verluchten) door de ramen te openen, is op dat moment belangrijk. Volgens het VIPA-criterium 1.3. is het voorzien van opengaande ramen een subsidievoorwaarde.  

Meer info over verluchten >>

Indicator vervuilde lucht

Een gemakkelijk te meten indicator van vervuilde lucht in lokalen met een hoge bezettingsgraad is CO2. CO2, of koolstofdioxide (niet te verwarren met het giftige CO of koolstofmonoxide), wordt uitgeademd door mensen (en dieren), maar komt ook vrij bij bijvoorbeeld de verbranding van gas.

Vooral in ruimtes waar veel mensen samen verblijven, zoals kinderopvangvoorzieningen, kan het CO2-gehalte oplopen. Een CO2-meter kan een hulp zijn om u eraan ter herinneren aandacht te besteden aan ventilatie of verluchting te voorzien door de ramen te openen.

Een te hoge CO2-concentratie geeft een indicatie van een globale verontreiniging van de lucht, aangezien andere gevaarlijkere stoffen parallel stijgen met de CO2-concentratie. Als richtwaarde hanteert het binnenmilieubesluit een maximumconcentratie van < 500 ppm boven de buitenluchtconcentratie. De buitenluchtconcentratie bedraagt gemiddeld 500 ppm. In dit geval heeft u dan een binnenluchtconcentratie < 900 ppm. Voor arbeidsplaatsen bedraagt de maximaal toelaatbare binnenluchtconcentratie < 900 ppm (codex (boek III, titel 1). 

Voorzieningen binnen de kinderopvang kunnen een CO2-meter lenen.